Welk vlees kies je?
Bij het kiezen van het juiste vlees voor stoofvlees is het belangrijk om rekening te houden met de hoeveelheid bindweefsel en vetdooradering. Vlees met veel vet en bindweefsel, zoals riblappen en stooflappen, is ideaal voor langzame bereiding omdat het vlees hierdoor boterzacht wordt en een volle smaak krijgt. Voor wie liever een magerder optie heeft, zijn sukadelappen of lendelappen een goede keuze, al moet je bij deze stukken opletten dat ze niet uitdrogen. Je kunt ook je persoonlijke voorkeur laten spreken: voor een romige en rijke smaak kun je vettere stukken toevoegen.
Bereidingstips
De bereiding van stoofvlees begint altijd met het goed aanbraden van het vlees. Bak het vlees rondom aan in boter of olie totdat het een mooie, goudbruine korst heeft. Deze stap is essentieel voor de smaak, omdat het vlees tijdens het aanbraden karamelliseert. Voeg vervolgens peper en zout toe om het vlees op smaak te brengen voordat je het laat sudderen.
Langzaam garen is de sleutel tot perfect stoofvlees. Vul de pan met bouillon, wijn of bier en laat het vlees op lage temperatuur garen. Dek de pan af om het vocht vast te houden en voeg indien nodig extra vloeistof toe om uitdroging te voorkomen. Smaakmakers zoals ui, wortel, laurier en tijm versterken de smaak van het gerecht en zorgen voor een aromatische stoofpot.